50-plusser, het vergeten goud van arbeidsmarkt: vakmanschap is meesterschap

De 50-plusser wordt gezien als inflexibel en incapabel, terwijl hij kundig en ervaren is. Door hun kennis en ervaring hebben ze andere persoonlijke doelstellingen dan bijvoorbeeld de jonge high potentials. Oudere medewerkers willen graag iets nalaten en maatschappelijk relevant zijn en bovenal graag samen werken.  Ze moeten juist meer waardering krijgen voor hun autoriteit en meer verantwoordelijkheid voor hun werkzaamheden krijgen door ze aan te spreken op waarden als autonomie, meesterschap, teamwork en vakmanschap.

Jarenlang verbaas ik me er al over dat in vrijwel geen organisatie iets wordt gedaan aan de ontwikkeling van de 50+’er. 70 Procent van het opleidingsbudget gaat naar de twintigers en dertigers in de organisatie, terwijl zij gemiddeld binnen drie jaar de organisatie verlaten. Slechts 10 procent gaat naar de 50-plussers, terwijl zij 30 procent meer rendement zouden kunnen opleveren wanneer zij simpelweg uitgedaagd en anders gemanaged zouden moeten worden. Het is aantoonbaar dat deze groep loyaler aan hun werkgever zijn dan schoolverlaters. Juist de interactie tussen de kwaliteiten van de leeftijdsgroepen kenmerkt een vitale organisatie.

Een vitale organisatie is in staat om kansen en mogelijkheden te implementeren. Mijn stelling is dus; organisaties gebruik het meesterschap van de 50+’er in combinatie met de kennis en talenten van de andere generaties. Zoek de gezamenlijke ‘why’’ en richt je organisatie vitaal en (menselijk) duurzaam in. Pas dan ben je instaat gericht te innoveren en de toekomst te tackelen.

Bron: HR Praktijk

Dit vind je misschien ook leuk...